Een weblog met informatie over kinderopvang
dinsdag 27 november 2007
'Seksualiteit moet voor kinderen geen negatieve lading krijgen'
Omgaan met kinderen en seksualiteit. Het blijft een gevoelig onderwerp. Toch kun je er in de kinderopvang niet omheen. Hoe kun je kinderen begeleiden bij hun seksuele ontwikkeling?
Ik heb hier informatie gezocht over Seksualiteit en kinderen. Ik vond zelf ook heel moeilijk hoe moet ik de kinderen handelen als ze
vragen over hun lichaamelijkheid. Wat ik moeilijk vind, is dat ik zelf verlegen wordt als ze mij vragen hierover stellen. Maar ik probeer wel met goede manier vertellen. Volgens mij moeten we weten hoe wij met goede manier aan hun vertellen dat ze daar zonder gekwest te worden of zonder te schamen.
‘De seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de algemene ontwikkeling. Kinderen zijn juist op jonge leeftijd met seksualiteit - of beter: lichamelijkheid – bezig. peuters grijpen bijvoorbeeld met hun handje naar je borst. Of ze verkennen hun eigen lichaam of dat van anderen. De ene keer ontdekken ze een puistje, de andere keer het lichamelijke verschil tussen jongens en meisjes. dit zijn normale perioden van de peuters.
kinderopvang willen hen de ruimte bieden voor die ontwikkeling. Daarbij het belangrijk om respectvol om te gaan met kinderen. Je ziet daarnaast dat seksualiteit pas beladen wordt voor kinderen door de negatieve reacties van volwassenen. Dat is jammer. Daarom is er zo ontspannen mogelijk over. Kinderen moeten wel leren dat ze niet in het openbaar aan hun piemel of spleetje kunnen zitten. Wanneer je daarbij uitlegt waaróm dat niet mag, maak je er geen taboe van.
ik vind dat seksualiteit ‘erbij’ hoort. ‘‘Als je open ingaat op vragen van kinderen, leren zij dat seksualiteit en lichamelijkheid niet ’vies’ is.
De kinderen bovendien respect voor zichzelf en elkaar bij brengen. Een voorbeeld. De peuters gaan hier gezamenlijk naar de wc.
Ik wil jullie even vragen, wat denken jullie over deze onderwerp?
Maar zo denk ik er over ook dat ze het moeten leren weten hoe elkaars lichaam eruit ziet.
wat denk jij ?????????
maandag 26 november 2007
Sinterklaas
Sint Nicolaas
De sinterklaas is weer in ons land met zijn pieten. En veeeeeeelllllllllllll cadeautjes voor alle kinderen......
Elk jaar vanaf half november kunnen we in Nederland Sint Nicolaas en zijn Zwarte Pieten begroeten. Zij blijven tot 6 december en menig kinderhart zal in deze weken sneller kloppen. De kinderen maken verlanglijstjes, zingen liedjes en zetten winterpenen en water voor de schimmel neer naast hun schoen, maken tekeningen voor Sint en Piet. Geen enkel kind vraagt zich af wie Sint en Piet zijn en waar zij vandaan komen. Het geloof in de Goedheiligman is genoeg. Toch zijn er veel oudere kinderen en volwassenen die op een bepaald moment wel willen weten hoe het zit met al die gebruiken en welke betekenissen er achter Sinterklaas en Zwarte Piet schuilen.
Wie was Sint Nicolaas?Rond het jaar 270 werd Nicolaas geboren als zoon van een rijke koopman in Patara in de provincie Lycië in klein Azië (het huidige Turkije). Nicolaas werd tot priester gewijd en met het geld van zijn ouders hielp hij velen die in nood verkeerden. Later werd Nicolaas bisschop van Myra. Uit die tijd dateren vele verhalen en legenden rond Nicolaas. Op 6 december 340 is Nicolaas overleden en jaren later werd hij heilig verklaard. Daardoor mocht hij de naam "sint" voor zijn naam plaatsen en vereerd worden.
Er bestaat ook een tweede uitleg over de herkomst van Sint Nicolaas. In de middeleeuwen werden in Europa veel heidenen bekeerd. Om niet direct in de problemen te komen met de bevolking lieten de bekeerders de heidense feesten geleidelijk opgaan in Christelijke feesten en namen Christelijke heiligen de plaats in van heidense goden. In uiterlijk en gedrag van de Germaanse oppergod Wodan lijkt het of de heilige Nicolaas langzaam maar zeker diens uiterlijk en taak heeft overgenomen. Wodan was een forse man met een wijde mantel, muts en lange baard. Hij reed op een wit paard door de lucht en droeg in zijn handen een speer. Hij werd begeleid door twee raven, die hem informeerde over het gedrag van de mensen. Wodan werd zeer vereerd en alleen een zeer populaire heilige als Nicolaas van Myra kon hem vervangen.
Wie was Sint Nicolaas?Rond het jaar 270 werd Nicolaas geboren als zoon van een rijke koopman in Patara in de provincie Lycië in klein Azië (het huidige Turkije). Nicolaas werd tot priester gewijd en met het geld van zijn ouders hielp hij velen die in nood verkeerden. Later werd Nicolaas bisschop van Myra. Uit die tijd dateren vele verhalen en legenden rond Nicolaas. Op 6 december 340 is Nicolaas overleden en jaren later werd hij heilig verklaard. Daardoor mocht hij de naam "sint" voor zijn naam plaatsen en vereerd worden.
Er bestaat ook een tweede uitleg over de herkomst van Sint Nicolaas. In de middeleeuwen werden in Europa veel heidenen bekeerd. Om niet direct in de problemen te komen met de bevolking lieten de bekeerders de heidense feesten geleidelijk opgaan in Christelijke feesten en namen Christelijke heiligen de plaats in van heidense goden. In uiterlijk en gedrag van de Germaanse oppergod Wodan lijkt het of de heilige Nicolaas langzaam maar zeker diens uiterlijk en taak heeft overgenomen. Wodan was een forse man met een wijde mantel, muts en lange baard. Hij reed op een wit paard door de lucht en droeg in zijn handen een speer. Hij werd begeleid door twee raven, die hem informeerde over het gedrag van de mensen. Wodan werd zeer vereerd en alleen een zeer populaire heilige als Nicolaas van Myra kon hem vervangen.
Informatie over 'Seksualiteit'
Ik heb informatie gezocht over 'Seksualiteit '
Soms vond ik het zelfs heel moeilijk ,hoe ik daarmee om moet gaan. Dus heb ik hier een artikeltje gevonden hoe de kinderopvang erover denkt.
'Seksualiteit moet voor kinderen geen negatieve lading krijgen'
Channah Zwiep
Omgaan met kinderen en seksualiteit. Het blijft een gevoelig onderwerp. Toch kun je er in de kinderopvang er niet omheen.
Hoe kun je kinderen begeleiden bij hun seksuele ontwikkeling? Leidinggevenden uit de praktijk geven hun visie
Soms vond ik het zelfs heel moeilijk ,hoe ik daarmee om moet gaan. Dus heb ik hier een artikeltje gevonden hoe de kinderopvang erover denkt.
'Seksualiteit moet voor kinderen geen negatieve lading krijgen'
Channah Zwiep
Omgaan met kinderen en seksualiteit. Het blijft een gevoelig onderwerp. Toch kun je er in de kinderopvang er niet omheen.
Hoe kun je kinderen begeleiden bij hun seksuele ontwikkeling? Leidinggevenden uit de praktijk geven hun visie
Twee kleuters op de naschoolse opvang spelen rustig in een hoekje ‘doktertje’.
Op het moment dat de ene kleuter zijn broekje uit wil trekken, roept een leidster net iets te heftig: ‘Laat dat!’ De kinderen schrikken.
Veel volwassenen vinden het moeilijk als kinderen met seksualiteit experimenteren. Toch is het juist in de kinderopvang van belang hen hierbij te begeleiden. Dat vindt ook Ria Vink (manager van kinderdagverblijf Ollie B. Bommel te Heiloo (Humanitas). ‘De seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de algemene ontwikkeling. Kinderen zijn juist op jonge leeftijd met seksualiteit - of beter: lichamelijkheid – bezig,’ zegt Vink. ‘Peuters grijpen bijvoorbeeld met hun handje naar je borst. Of ze verkennen hun eigen lichaam of dat van anderen. De ene keer ontdekken ze een puistje, de andere keer het lichamelijke verschil tussen jongens en meisjes. Wij willen hen de ruimte bieden voor die ontwikkeling. Daarbij vinden wij het belangrijk om respectvol om te gaan met kinderen. Je ziet daarnaast dat seksualiteit pas beladen wordt voor kinderen door de negatieve reacties van volwassenen. Dat vinden wij jammer. Daarom doen we er zo ontspannen mogelijk over. Kinderen moeten wel leren dat ze niet in het openbaar aan hun piemel of spleetje kunnen zitten. Wanneer je daarbij uitlegt waaróm dat niet mag, maak je er geen taboe van.’
Ook Anneke Smit, manager bij kinderdagverblijf De Blauwe Hamster in Amsterdam (SKON) vindt dat seksualiteit ‘erbij’ hoort. ‘Anneke: ‘Als je open ingaat op vragen van kinderen, leren zij dat seksualiteit en lichamelijkheid niet ’vies’ is. We willen de kinderen bovendien respect voor zichzelf en elkaar bij brengen. Een voorbeeld. De peuters gaan hier gezamenlijk naar de wc. Daarbij leren we hen dat je niet ongevraagd elkanders geslachtsdelen betast. Of dat seksualiteit niet altijd en overal kán. Als we aan tafel eten, zit je niet met je handen in je broekje. Net zoals je niet in je neus peutert.’
Open in gesprek met elkaar
Die seksuele ontwikkeling hoort er dus bij. Maar hoe ga je als team ermee om? Veel kinderdagverblijven ontwikkelen vaak gaandeweg een pedagogische visie. Om daar één gezamenlijke lijn in te trekken moet je eerst met z’n allen om de tafel. Dat deden ze bij SKON.
Boek
Ellen Nelissen (manager bij De Blauwe Merel in Vught): ‘Eerst volgden afgevaardigden van ons een cursus over het onderwerp. Daarna besloten we er daadwerkelijk op ieder kinderdagverblijf iets mee te doen. Het onderwerp seksualiteit maakte veel los bij alle leidsters. We hadden wel twee avonden nodig om met het team de discussie om te zetten in een eenduidige visie. Aan de hand van allerlei concrete voorbeelden dachten we na over onze reactie. Wat doe je bijvoorbeeld als kinderen ‘doktertje’ spelen. Maar ook: welke regels over seksualiteit gelden er op ons kinderdagverblijf. Ellen onderstreept het belang van openheid: ‘Het doel is dat seksualiteit voor een kind geen negatieve lading krijgt. Dat betekent dat wij dingen op een positieve manier benoemen. We kwamen daarbij steeds weer terug op het woord ‘communicatie’.Daar draait het om. Als je in je werk open het gesprek over seksualiteit aangaat, is alles bespreekbaar.’ Ook Anneke Smit ging met haar team om de tafel: ‘In het begin werd er heel wat afgelachen over het onderwerp. Daarna kwamen we tot afspraken. Het gaat daarbij vooral om het benoemen van alles rond seksualiteit en lichamelijkheid. We gebruiken bijvoorbeeld voortaan allemaal dezelfde woorden voor de geslachtsorganen: piemel en plasser. En we gaan eerlijk in op vragen van kinderen. Dat betekent soms óók dat je zegt dat je met je mond vol tanden staat als dat zo is.’
De openheid staat ook bij Humanitas hoog in het vaandel. Er wordt tussen leidsters onderling veel gepraat over hoe je omgaat met kinderen en seksualiteit. Ria Vink: Bij Kinderdagverblijf Ollie hebben we veel informeel overleg binnen het team. We hanteren de gezamenlijke visie dat we open over seksualiteit praten. Dat houdt in dat we alles benoemen wat we zien gebeuren. Er was bijvoorbeeld laatst een meisje dat de piemel van een jongetje zag. Ze zat er even aan en riep: tringeling! De begeleidende leidster benoemde toen even de lichamelijke verschillen tussen beiden. Maar die begeleiding gaat vérder. Toen datzelfde meisje steeds wéér bij dat jongetje aan zijn piemel zat, vertelde de leidster dat ze voortaan eerst even moest vragen of hij dat wel leuk vond. Zo breng je kinderen ook respect bij voor elkaar.’
Op het moment dat de ene kleuter zijn broekje uit wil trekken, roept een leidster net iets te heftig: ‘Laat dat!’ De kinderen schrikken.
Veel volwassenen vinden het moeilijk als kinderen met seksualiteit experimenteren. Toch is het juist in de kinderopvang van belang hen hierbij te begeleiden. Dat vindt ook Ria Vink (manager van kinderdagverblijf Ollie B. Bommel te Heiloo (Humanitas). ‘De seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de algemene ontwikkeling. Kinderen zijn juist op jonge leeftijd met seksualiteit - of beter: lichamelijkheid – bezig,’ zegt Vink. ‘Peuters grijpen bijvoorbeeld met hun handje naar je borst. Of ze verkennen hun eigen lichaam of dat van anderen. De ene keer ontdekken ze een puistje, de andere keer het lichamelijke verschil tussen jongens en meisjes. Wij willen hen de ruimte bieden voor die ontwikkeling. Daarbij vinden wij het belangrijk om respectvol om te gaan met kinderen. Je ziet daarnaast dat seksualiteit pas beladen wordt voor kinderen door de negatieve reacties van volwassenen. Dat vinden wij jammer. Daarom doen we er zo ontspannen mogelijk over. Kinderen moeten wel leren dat ze niet in het openbaar aan hun piemel of spleetje kunnen zitten. Wanneer je daarbij uitlegt waaróm dat niet mag, maak je er geen taboe van.’
Ook Anneke Smit, manager bij kinderdagverblijf De Blauwe Hamster in Amsterdam (SKON) vindt dat seksualiteit ‘erbij’ hoort. ‘Anneke: ‘Als je open ingaat op vragen van kinderen, leren zij dat seksualiteit en lichamelijkheid niet ’vies’ is. We willen de kinderen bovendien respect voor zichzelf en elkaar bij brengen. Een voorbeeld. De peuters gaan hier gezamenlijk naar de wc. Daarbij leren we hen dat je niet ongevraagd elkanders geslachtsdelen betast. Of dat seksualiteit niet altijd en overal kán. Als we aan tafel eten, zit je niet met je handen in je broekje. Net zoals je niet in je neus peutert.’
Open in gesprek met elkaar
Die seksuele ontwikkeling hoort er dus bij. Maar hoe ga je als team ermee om? Veel kinderdagverblijven ontwikkelen vaak gaandeweg een pedagogische visie. Om daar één gezamenlijke lijn in te trekken moet je eerst met z’n allen om de tafel. Dat deden ze bij SKON.
Boek
Ellen Nelissen (manager bij De Blauwe Merel in Vught): ‘Eerst volgden afgevaardigden van ons een cursus over het onderwerp. Daarna besloten we er daadwerkelijk op ieder kinderdagverblijf iets mee te doen. Het onderwerp seksualiteit maakte veel los bij alle leidsters. We hadden wel twee avonden nodig om met het team de discussie om te zetten in een eenduidige visie. Aan de hand van allerlei concrete voorbeelden dachten we na over onze reactie. Wat doe je bijvoorbeeld als kinderen ‘doktertje’ spelen. Maar ook: welke regels over seksualiteit gelden er op ons kinderdagverblijf. Ellen onderstreept het belang van openheid: ‘Het doel is dat seksualiteit voor een kind geen negatieve lading krijgt. Dat betekent dat wij dingen op een positieve manier benoemen. We kwamen daarbij steeds weer terug op het woord ‘communicatie’.Daar draait het om. Als je in je werk open het gesprek over seksualiteit aangaat, is alles bespreekbaar.’ Ook Anneke Smit ging met haar team om de tafel: ‘In het begin werd er heel wat afgelachen over het onderwerp. Daarna kwamen we tot afspraken. Het gaat daarbij vooral om het benoemen van alles rond seksualiteit en lichamelijkheid. We gebruiken bijvoorbeeld voortaan allemaal dezelfde woorden voor de geslachtsorganen: piemel en plasser. En we gaan eerlijk in op vragen van kinderen. Dat betekent soms óók dat je zegt dat je met je mond vol tanden staat als dat zo is.’
De openheid staat ook bij Humanitas hoog in het vaandel. Er wordt tussen leidsters onderling veel gepraat over hoe je omgaat met kinderen en seksualiteit. Ria Vink: Bij Kinderdagverblijf Ollie hebben we veel informeel overleg binnen het team. We hanteren de gezamenlijke visie dat we open over seksualiteit praten. Dat houdt in dat we alles benoemen wat we zien gebeuren. Er was bijvoorbeeld laatst een meisje dat de piemel van een jongetje zag. Ze zat er even aan en riep: tringeling! De begeleidende leidster benoemde toen even de lichamelijke verschillen tussen beiden. Maar die begeleiding gaat vérder. Toen datzelfde meisje steeds wéér bij dat jongetje aan zijn piemel zat, vertelde de leidster dat ze voortaan eerst even moest vragen of hij dat wel leuk vond. Zo breng je kinderen ook respect bij voor elkaar.’
bibliotheek
hier komen de sites over kinderopvang.
http://www.kindengezin.be/
Belang van kinderopvang
Kinderopvang is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Personen die kinderen begeleiden, hebben een maatschappelijk belangrijke taak.Kinderopvang heeft zowel een economische, een pedagogische als een sociale functie.
De economische functie Dank zij kinderopvang kunnen ouders gaan werken en voor een inkomen zorgen. In de kinderopvang zelf werken ook heel wat mensen.
De pedagogische functie Goede kinderopvang biedt jonge kinderen niet alleen verzorging en geborgenheid, maar stimuleert kinderen ook in hun fysische en psychische ontwikkeling. Kinderen ontmoeten er anderen en leren er van jongs af aan respectvol mee omgaan.
De sociale functie Kinderopvang kan de uitsluiting van kansengroepen tegengaan en hun integratie helpen bevorderen. Door opvang zijn ouders bijvoorbeeld in staat om een opleiding te volgen of te solliciteren zodat ze later kunnen gaan werken. Ze kunnen er steun vinden en andere ouders leren kennen. Soms hebben ouders opvang nodig om even tot rust te komen.
De economische, sociale en educatieve functie van kinderopvang noemen we de drie maatschappelijke functies van kinderopvang.
Kinderopvang moet in de eerste plaats veilig zijn. Daarom is het belangrijk dat je de aanbevelingen van Kind en Gezin volgt, bv. over veilig slapen en spelen, gezonde voeding en zieke kinderen.
http://www.kindengezin.be/
Belang van kinderopvang
Kinderopvang is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Personen die kinderen begeleiden, hebben een maatschappelijk belangrijke taak.Kinderopvang heeft zowel een economische, een pedagogische als een sociale functie.
De economische functie Dank zij kinderopvang kunnen ouders gaan werken en voor een inkomen zorgen. In de kinderopvang zelf werken ook heel wat mensen.
De pedagogische functie Goede kinderopvang biedt jonge kinderen niet alleen verzorging en geborgenheid, maar stimuleert kinderen ook in hun fysische en psychische ontwikkeling. Kinderen ontmoeten er anderen en leren er van jongs af aan respectvol mee omgaan.
De sociale functie Kinderopvang kan de uitsluiting van kansengroepen tegengaan en hun integratie helpen bevorderen. Door opvang zijn ouders bijvoorbeeld in staat om een opleiding te volgen of te solliciteren zodat ze later kunnen gaan werken. Ze kunnen er steun vinden en andere ouders leren kennen. Soms hebben ouders opvang nodig om even tot rust te komen.
De economische, sociale en educatieve functie van kinderopvang noemen we de drie maatschappelijke functies van kinderopvang.
Kinderopvang moet in de eerste plaats veilig zijn. Daarom is het belangrijk dat je de aanbevelingen van Kind en Gezin volgt, bv. over veilig slapen en spelen, gezonde voeding en zieke kinderen.
maandag 19 november 2007
BPV, Een situatie van mijn stage
Soms is het moeilijk als je niet weet wanneer je moet ingrijpen. Hier bij geef ik een voorbeeld van een situatie die ik heb mee gemaakt tijdens mijn tweede stage periode.
Bijv, een kind ( Z) had moeite met het slapen, dus wij hadden haar, in haar bedje gelegd om te slapen tegen 10 uur. Andere kinderen zijn naar buiten gegaan. Ze (Z) begon te huilen. Eerst hebben wij haar laten huilen. Maar ze (Z) stopt niet met het huilen, de tijd was ongeveer 10.30 uur geworden. Daarna zei ik tegen mijn collega of ik haar uit mag halen, toen zei ze 'Nee laat haar even huilen want, ze wordt zo moe, en ze valt zo wel in slaap.' Toen vond ik het heel zielig, ik dacht in mij zelf, als ik later leidster wordt, laat ik haar niet zo lang huilen, maar ze hebben wel gelijk. Tegen 10.45 uur viel ze in slaap. En ze sliept tot ongeveer 12.30 uur.
Dus ik leefde een klein beetje met haar mee. Maar ik heb geleerd hoe je met zo'n situatie om te gaan. Dus sommige kinderen moet je even laten huilen als ze moeite hebben met slapen.
Wat zou jij anders handelen zo'n situatie?
Bijv, een kind ( Z) had moeite met het slapen, dus wij hadden haar, in haar bedje gelegd om te slapen tegen 10 uur. Andere kinderen zijn naar buiten gegaan. Ze (Z) begon te huilen. Eerst hebben wij haar laten huilen. Maar ze (Z) stopt niet met het huilen, de tijd was ongeveer 10.30 uur geworden. Daarna zei ik tegen mijn collega of ik haar uit mag halen, toen zei ze 'Nee laat haar even huilen want, ze wordt zo moe, en ze valt zo wel in slaap.' Toen vond ik het heel zielig, ik dacht in mij zelf, als ik later leidster wordt, laat ik haar niet zo lang huilen, maar ze hebben wel gelijk. Tegen 10.45 uur viel ze in slaap. En ze sliept tot ongeveer 12.30 uur.
Dus ik leefde een klein beetje met haar mee. Maar ik heb geleerd hoe je met zo'n situatie om te gaan. Dus sommige kinderen moet je even laten huilen als ze moeite hebben met slapen.
Wat zou jij anders handelen zo'n situatie?
BPV ervaringen
Bijv, een kind had moeite met het slapen, dus wij hebben haar bedje gelegd om te slapen, ongeveer 10 uur en andere kinderen naar buiten gegaan. Ze begint te huilen eerst wij hebben haar laten huilen. Ze stopt niet met het huilen de tijd was ongeveer 10.30 uur. Daarna ik zei tegen mijn collega M zal ik haar uit halen, toen zei ze nee laat haar even huilen want, ze wordt zo moe en valt ze wel in slaap. Toen vond ik heel zielig, ik dacht van mij zelf, als ik later begeleidster worden laat ik niet haar zo lang huilen, maar ze hebben wel gelijk, tegen 11 uur viel ze in slaap. En ze slaapt tot 12.30 uur.
Dus ik was klein beetje ingeleefd met haar mee. Maar ik heb geleerd zon situatie om te gaan. Dus sommige kinderen moeten even huilen.
Dus ik was klein beetje ingeleefd met haar mee. Maar ik heb geleerd zon situatie om te gaan. Dus sommige kinderen moeten even huilen.
Abonneren op:
Posts (Atom)